Column Draf&Rensport: ‘Hopen of beleid voeren?’

16 november 2021 -

Op de column ‘De breedtesport is (bijna) om zeep’ op onze website Kortebaandraverijen.nl hebben meerdere drafsportliefhebbers én -instanties gereageerd. Iedereen die een beetje in de drafsport geïnteresseerd is, weet dat het met de drafsport al bijna veertig jaar bergafwaarts gaat. Maar wanneer dit in een titel van een column staat, blijkt dit toch confronterend.

Met een column wil je reactie oproepen. Dus wat dat betreft hebben wij als redactie niks te klagen. Maar het laat ons toch niet los waarom het deze keer meer was dan anders. Is het de genoemde constatering of de door ons opgeworpen stelling dat we een kortebaan met minder paarden moeten accepteren? Dit laatste is gebaseerd op visie en niet hopend op een toevallige gelukkige inschrijving.

De drafsport is natuurlijk de ‘sport van de hoop’. Tijdens het fokken, de opfok, het trainen en koersen is de hoop op succes de leidraad. Het voeren van visie en beleid is nauwelijks mogelijk. Natuurlijk, de juiste merrie laten dekken door de beste hengst zal ongetwijfeld helpen, maar het blijft gokken en vooral hopen op het goede.

Dat hopen op het goede is zo in de drafsport gebakken dat het blijkbaar niemand meer opvalt. Vanaf begin jaren tachtig van de vorige eeuw heeft een leger aan goedwillende liefhebbers en professionals zich ingezet voor een herstel van de draf- en rensport. De ene voorzitter van de NDR volgde de andere op, met elke keer weer de hoop dat het beter zou gaan. Ook directeuren van bedrijven met een drafsporthart zetten zich in. Gratis karbonaden, kippen en zelfs auto’s werden ingezet. Allemaal met de hoop dat het daarmee goed zou komen. Tevergeefs blijkt nu. De sport maakte nooit de ommekeer.

Goede hoop

Natuurlijk waren en zijn er uitzonderingen. Victoria Park Wolvega is tot stand gekomen via visie en beleid. Voor Duindigt is het beleid voorlopig gericht op verkoop, met de hoop dat daardoor de draf- en renbaan kan blijven bestaan. Sowieso gaat dit nog jaren duren en ondertussen hopen zij dat er tegen die tijd nog een sport bestaat die groot genoeg is om de dan nieuwe baan met deelnemers te vullen. Ook in en voor Alkmaar zijn er onlangs mensen opgestaan die goede hoop hebben de baan weer rendabel te krijgen.

Wij, en daarmee bedoel ik de redactie van Kortebaandraverijen.nl.nl, willen van dat ‘hopen dat het goed komt’ af. Wij willen alleen nog maar visie en beleid zien. Het liefst van bovenaf! Dat dit noodzakelijk is, werd in afgelopen weken maar weer eens duidelijk. Terwijl wij ons zorgen maken over het aanbod van deelnemers voor de bijna dertig kortebanen in 2022 wil Alkmaar meer grasbaankoersen en meer koersen op de eigen ZEturf Arena.

Wij vragen ons verbaasd af hoe dit kan. Te weinig paarden en dan zo’n plan! Maar vooral, hoe kan het dat er plannen op papier worden gezet waar anderen, in dit geval de kortebaan, onvermijdelijk schade van gaan ondervinden? Het onderschrijft in elk geval ons vooroordeel dat de draf- en rensport bestaat uit ‘eilandjes’.

Eilandje

Weldenkende mensen die het beste met de drafsport voor hebben, denderen zomaar over een andere tak van de sport heen. Is dit het, wat de sport al die jaren parten heeft gespeeld? Alle goed bedoelde pogingen om de sport weer vlot te trekken werden gedaan vanaf een eilandje. Fokkers, eigenaren, trainers, pikeurs én bestuursleden, allemaal opkomend voor hun eigen belang. Het algemene belang kwam en komt niet in beeld, met de draf- en rensport als de grote verliezer!

De kortebaan kan de sport niet redden, maar het kan wel in visie en beleid een voorbeeld zijn. Alle verenigingen en stichtingen samen opkomend voor een sterke kortebaansport. Het werkt, de kortebaan floreert. De bezoekersaantallen groeien en de wedomzetten stijgen. Het kleine broertje is groot geworden, maar het scheurt bijna volledig uit zijn veel te kleine kleren. De kortebaan kan niet zonder de rest van de sport. Maar andersom is dit ook het geval! Wij hopen dat het goed komt.

Mathieu Hilgersom